Den Haag, 10 oktober 2020 - De Nobelprijs voor de Scheikunde 2019 is toegekend aan John Goodenough, Stanley Whittingham en Akira Yoshino voor de ontwikkeling van de lithium-ionbatterij. Volgens het comité hebben de onderzoekers een ‘oplaadbare wereld’ gecreëerd. De lithium-ionbatterij wordt vandaag de dag in enorm veel apparaten gebruikt, waaronder smartphones, laptops en elektrische autos. De batterij is lichtgewicht en kan vrijwel eindeloos opnieuw worden opgeladen, wat hem erg geschikt maakt voor deze toepassingen.
De eerste lithium-ionbatterij werd in de jaren 70 ontwikkeld door Whittingham. Toen was de batterij nog erg explosief en dus te gevaarlijk voor alledaags gebruik. Goodenough ontwikkelde een verbeterde kathode voor deze batterij waardoor het potentiaal flink verhoogd werd. Yoshino ontwikkelde vervolgens in 1985 de eerste commercieel bruikbare lithium-ionbatterij. Hij zorgde er onder andere voor dat er geen pure lithium meer nodig was, waardoor de kans op explosies sterk verkleind werd.
“Zeer verdiend”, zegt Petra de Jongh, hoogleraar Anorganische Nanomaterialen aan de Universiteit Utrecht. Zij doet onder andere onderzoek naar nieuwe batterijen en voorspelde vorig jaar al dat Goodenough en zijn mede-onderzoekers zouden winnen. Toen ging de prijs naar onder andere Frances Arnold voor onderzoek naar de evolutie van eiwitten. “Ik ben heel blij dat het dit jaar alsnog gelukt is”, aldus De Jongh. “Niet alleen is dit chemisch gezien een indrukwekkende uitvinding, het heeft ook een enorme invloed gehad op de maatschappij. En dat Goodenough deze prijs op zo’n hoge leeftijd in ontvangst mag nemen vind ik ook erg bijzonder”. John Goodenough is met 97 jaar de oudste Nobelprijswinnaar ooit.
Op 10 december nemen de onderzoekers de prijs in ontvangst in Stockholm.