De rol van ultra-fijnstof in atmosfeer en klimaat
Avondlezing door dr. Bob Ursem georganiseerd door de Bossche Chemische Kring.
Samenvatting
Deze lezing handelt over een hoofdstuk uit het proefschrift in technische natuurkunde van de spreker dat binnenkort wordt verdedigd aan de TU Delft.
In de jaren 60 tot 70 had het overgrote deel van de wereld, eigenlijk het noordelijk halfrond waar 90% van de mensheid woont en werkt, last van grote hoeveelheden smog. Smog is een samentrekking van het de Engelse woorden ‘smoke’ en ‘fog’. Dit probleem kon eenvoudig worden weggenomen door de grote deeltjes uit de lucht met mechanische filters te reinigen en door grootschalig katalysatoren te plaatsen op auto’s. Hierdoor vervuilde de mist op leefmilieu minder en dus verdween daarmee deze problematiek uit de media en onze aandacht. Het smog probleem is weliswaar opgelost, maar fijn stof en vooral ultra fijn stof kwam daarvoor in de plaats. Eigenlijk praten we dus nog over hetzelfde probleem, alleen anders verpakt.
In de jaren 70 tot 80 hadden we tevens te maken met het wereldwijde probleem van zure regen. Chemici en natuurkundigen zijn in het geweer gekomen en hebben het probleem met de natte elektrostatische precipitatie in fabrieken en andere schoorstenen geplaatst, wat resulteerde in een overschot aan zwavelzuur en gips in de markt. Het probleem van zure regen was daarmee snel opgelost.
In de opvolgende jaren werden we geconfronteerd met een nieuw fenomeen, de beschermende ozonlaag in onze hoogste atmosfeer was aan het verdwijnen en de oorzaak lag in de chemie. Atmosferisch-chemicus en Nobel Prijs winnaar Prof. Dr. Drs. hc Paul Crutzen legde als eerste het verband tussen emissies van stikstofoxiden en de vorming van atmosferische peroxyacetylnitraat (PAN) en bovenal vliegtuigbewegingen in de hoge atmosfeer als oorzaak van de ozon afname. Kort daarna kwamen de chemici Frank Sherwood Rowland en Mario Molina met het verband dat industrieel gebruik van fluorchloorkoolwaterstoffen (CFK) uit spuitbussen en drijfgas van hoge druk installaties een katalytische chloor reactie teweeg bracht in de stratosfeer als basis van de ozon afbraak.
Chemici hebben steeds feitelijk de oplossing geboden voor grote milieuvraagstukken, een aspect dat maar weinig op deze wijze wordt belicht.
Anno 2016 kampen we nog steeds met het grote vraagstuk van klimaat verandering. Visies lopen uiteen van extremer klimaat, opwarming met dreigende 2 tot 6 graden Celsius scenario’s en de oorzaak is koolstofdioxide uitstoot volgens de International Panel of Climate Change (IPCC). In deze lezing wordt een kritische blik gegeven vanuit een chemische en natuurkundige beschouwing. De consequenties zijn tot op heden schijnbaar nog onoplosbaar, maar daar komt binnenkort verandering in door een beter begrip van ultra deeltjes in de stratosfeer. In deze lezing wordt de stelling: Het klimaat warmt globaal niet op, maar kent verschuivingen in klimaatzones met een toename van extreem weer. Het is oplosbaar en zal, net als smog, zure regen en de ozon afbraak, in een korte tijd van twee jaren, of iets langer vanwege de verlenging van de levensduur van een deeltje in de stratosfeer, zichtbaar herstellen.
Curriculum vitae dr. W.N.J. Ursem (Bob)
58 jaar, woonachtig Amsterdam, gehuwd.
Studies:
Chemie, Utrecht: specialisatie anorg. chemie, kristallen en procestechnologie van zinkertsen (sphalariet, zinkblende).
Biologie, Utrecht: specialisatie tropische ecologie, trop. systematiek en houtanatomie (anomalieën in hout van llianen).
Natuurkunde, Utrecht: specialisatie veranderlijke stromen in gebogen metalen. Promoveren op Ultra fijn stof reductie en impact (technische natuurkunde TU Delft).
Verder diverse bestuurlijke functies bekleed in natuurbescherming. O.a. 26 jaar Wereld Natuur Fonds Nederland, 8 jaar natuurhistorisch secretaris Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging Utrecht en diverse verschillende bestuursfuncties Instituut voor Natuurbeschermings Educatie. Binnen de sportwereld 8 jaar voorzitter Koninklijke Nederlandse Alpen Vereniging, Utrecht.
Diverse expedities ondernomen, meerdere onderzoektochten in de Noordpool (walvissenstudie vanuit Newfoundland, Canada). 1 jaar onderzoek gedaan in ongestoord tropisch regenwoud in Guyana en beklimming van de Pumo Ri (7145 meter) in alpiene stijl in Nepal.
Universitair docent geweest in UU (tropische systematiek, Nederlandse flora en landschap), Georgetown, Guyana (tropische plantkunde en ecologie), UvA (economische plantkunde, tropische ecologie) en thans Delft (natuurkunde van het dagelijks leven –Technische Natuurkunde, materiaalkunde –Lucht en Ruimtevaart en Industrieel Ontwerpen, landschaparchitectuur – Bouwkunde) en light and sustainability (Trinity College Dublin).
Thans voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Botanische Tuinen, Lid van de wetenschappelijk raad van NLGreenlabel en wetenschappelijk directeur sectie Botanische Tuin TU Delft, afdeling Biotechnologie – Faculteit Technische Natuurwetenschappen TUD.
Verder 22 patenten, waarvan 8 wereldwijd. Prijzen: o.a. New Venture prijs op Bio UV filter en World Economic Forum hoogste innovatieprijs op LED technologie voor planten, Laureaat Koninklijke Maatschappij der Wetenschappen op nieuw intra-kristallijn beweging systeem (2011), DEMO Innovation Award Ultra Fijn Stof Reductie Systeem (2011), Made in Holland Award op de Hannover Messe van VNO/NCW Benelux voor elektrostatische secondaire.metabolieten extractie uit planten (2014).
Introducé(e)s zijn van harte welkom.
Graag vooraf bericht als u verwacht te komen.
Stuur daartoe een mail naar tcj.gribnau@planet.nl.