Over Dateringen met 14C

Dateringen met 14C

Avondlezing door dr. Herman de Jongste, georganiseerd door de Rotterdamsche Chemische Kring. 

Samenvatting
Historisch onderzoek richt zich op zaken zoals documenten of andere geschreven bronnen. Dateren (het vaststellen van de ouderdom) is hier doorgaans geen probleem. Dat is essentieel anders in de prehistorie, omdat van dat tijdperk (per definitie) géén geschreven bronnen zijn overgeleverd. Hoe oud zijn de hunebedden, of de veenlijken zoals het beroemde meisje van Yde? Wanneer zijn de mammoeten uitgestorven, en wanneer de Neandertalers?
Over dergelijke vragen zijn altijd al theorieën ontwikkeld en chronologische schema’s opgesteld, maar daadwerkelijk meten (in natuurwetenschappelijke zin) van de ouderdom van organische fossielen kan alleen met behulp van de 14C (of radiokoolstof) methode.

14C is een radioactief isotoop van koolstof, wat in de natuur voorkomt; ook in plant, dier en mens. De hoeveelheid 14C in een monster bepaalt de ouderdom: hoe minder 14C in bijvoorbeeld een fossiel bot, hoe langer geleden het organisme leefde. De halveringstijd van 14C is 5730 jaar. Dat maakt dateringen tot ongeveer 50.000 jaar terug mogelijk.
Nederland kent slechts één 14C laboratorium, behorend tot de Faculteit Wiskunde- en Natuurwetenschappen van de Rijks Universiteit Groningen. Het principe van de methode is niet moeilijk; de meettechniek en juiste interpretatie daarentegen wel. Dat wordt voornamelijk veroorzaakt door de zeer geringe concentratie van 14C in de natuur. De meest moderne (ook in Groningen aanwezige) meettechniek is gebaseerd op een deeltjesversneller.

In de lezing zal het principe van dateren en de meetmethode zelf worden toegelicht. Maar de nadruk zal liggen op uiteenlopende en vaak boeiende resultaten, met de 14C methode behaald. Naast de reeds genoemde mammoeten komen zaken aan de orde zoals de raadselachtige grotschilderingen in de Franse Ardèche, de vraag of Floris V van vis hield en (wat onlangs nog in de media kwam) de uitgestorven "eenhoorn".
Maar 14C dateren gaat niet alleen over stoffige en museale zaken, en is vaak ook verbonden met de actualiteit. Een opgraving van een prehistorische nederzetting in Syrië bijvoorbeeld draagt bij aan modern onderzoek naar klimaatverandering. Daarnaast speelt 14C een rol als "tracer" voor processen van belang in milieuonderzoek, zoals voor het broeikasgas CO2.

Curriculum vitae

prof.dr.ir. J. (Hans) van der Plicht
geboren 21-12-1951, Schiedam

opleiding:
Gymnasium-β, Chr. Lyceum Delft / Rijswijk (1970)
studie Technische Natuurkunde, TH Delft (1976)
promotie kernfysica, RU Groningen (1980)

werkverbanden:
1980-1982 post-doctoral fellow, Los Alamos National Laboratory, Los Alamos, New Mexico, USA
1982-1986 post-doctoral fellow en vervolgens staff scientist, Cyclotron Laboratory, Michigan State University, Lansing, Michigan, USA
1986-2017 achtereenvolgens UD, UHD en bijzonder hoogleraar, Faculteit Wiskunde en Natuurwetenschappen, Centrum voor Isotopen Onderzoek, Rijksuniversiteit Groningen
2004-2017 bijzonder hoogleraar isotopen-archeologie (deeltijd 20%), Faculteit der Archeologie, Universiteit Leiden
2017- emeritaat

bijzonderheden:
lid KNAW sinds 2010
benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw (2017)

Introducé(e)s zijn van harte welkom.

Graag vooraf bericht als u verwacht te komen.
Stuur daartoe een mail naar chemischekringrotterdam@gmail.com.

Prijzen

LET OP: De lezing start om 19.00 uur.