Bij bijna alle BSc-opleidingen stromen nu elk studiejaar meer dan honderd studenten in. Met een percentage van slechts 44 was het rendement van de in 2006 gestarte groep natuur- en scheikundestudenten nog op een dieptepunt. Inmiddels bedraagt de jaarlijkse BSc-uitstroom 643 voor chemie en 660 voor natuurkunde; ruim boven het gestelde doel van 500 per discipline. De instroom van de masteropleidingen is zelfs meer dan verdubbeld: van 838 in 2007 tot 1.816 studenten in 2015.

Van 2011 tot 2016 stelde het ministerie van OCW jaarlijks EUR 20 miljoen beschikbaar om de natuur- en scheikunde in Nederland op een hoger niveau te brengen. De Commissie Breimer zag toe op de implementatie van het voor dit doel ontwikkelde ‘Sectorplan natuur- en scheikunde’. Op 19 mei overhandigde de Commissie haar eindrapportage over het Sectorplan aan minister Bussemaker. De belangrijkste conclusie is dat structurele financiering nodig is om ervoor te zorgen dat de behaalde resultaten niet verloren gaan. De minister liet in reactie hierop weten de tijdelijke financiering van EUR 20 miljoen om te zetten in een structurele financiering.

Ook op andere aanbevelingen van de Commissie Breimer reageerde minister Bussemaker positief. Volgens de Commissie zijn er, naast structurele financiering, nieuwe, nationaal gecoördineerde inspanningen nodig. De Commissie beveelt onder meer de instelling aan van een Raad voor de Nederlandse Natuur- en Scheikunde (RNNS) aan, die erop moet gaan toezien dat de Nederlandse inspanningen in de chemie en fysica weer in de buurt komen van wat internationaal gangbaar is. Bussemaker moedigt de instelling van de Raad aan, liet ze in een reactie weten.