Methaanzuur, in de volksmond beter bekend als mierenzuur, is het eenvoudigste carbonzuur dat er bestaat. Het mag dan een klein molecuul zijn, het heeft een groot bereik aan toepassingen.
De triviale naam mierenzuur dankt het molecuul aan het feit dat mieren (maar ook wespen, bijen, hommels en brandnetels) het gebruiken om zich te verdedigen. Mierenzuur is namelijk een bijtende stof en daarmee ideaal als natuurlijk verdedigingsmechanisme. Daarnaast is het een handig molecuul in schoonmaakmiddelen, het werkt goed tegen kalk en heeft een ontsmettende functie.
In lage concentraties kun je mierenzuur terugvinden in je eten als E236, het molecuul is namelijk ook nog eens geschikt als conserveermiddel en zuurteregelaar.
In de industrie is mierenzuur een belangrijke bouwsteen voor organische stoffen. Bovendien heeft mierenzuur een zeer hoge energiedichtheid. Daardoor is het aantrekkelijk voor opwekking van energie en kan het als brandstof dienen. Mierenzuur is in potentie een veilig en duurzaam alternatief voor waterstofgas. Voorlopig is rijden op mierenzuur nog niet commercieel aantrekkelijk, wel rijdt er in Eindhoven een stadsbus op mierenzuur.
Mierenzuur kun je vervaardigen uit fossiele brandstoffen, maar dat is niet erg milieuvriendelijk. Tegenwoordig wordt veel onderzoek gedaan om ook op duurzame wijze mierenzuur te produceren, bijvoorbeeld uit koolstofdioxide uit de lucht. Ook kan biomassa gebruikt worden als grondstof, hier heeft Marie Brands onderzoek naar gedaan. Zij is daarmee kandidaat voor de Golden Master Award 2019. De uitreiking hiervan vindt plaats tijdens de Avond van de Chemie op 3 oktober in Zwolle.