Dit molecuul van de maand dankt zijn naam aan het feit dat het veel voorkomt in appels, het is zelfs het meest voorkomende zuur in appels. Het geeft, met name onrijpe, appels een zure smaak. De naam acide malique (Frans voor appelzuur) is in 1787 toegekend door Antoine Lavoisier. Echter komt appelzuur in veel meer vruchten voor dan alleen appels. Denk bijvoorbeeld aan abrikozen, bramen, kersen, druiven, perziken en peren.
Via malolactische fermentatie kan de bacteriesoort Oenococcus oeni appelzuur omzetten in melkzuur, hierbij komt ook CO2 vrij. Dit proces vindt zijn toepassing met name in de wijnindustrie. Deze fermentatie kan weken tot maanden duren, afhankelijke van het gewenste resultaat. Voor een zoetere wijn zal de fermentatie langer duren dan voor een zuurdere wijn, aangezien melkzuur een stuk zoeter is dan appelzuur. Ook producenten van ciders maken veel gebruik van malolactische fermentatie.
Appelzuur (als E296 te herkennen op voedseletiketten) wordt ook gebruikt als smaakmaker in met name snoepgoed. Zo geeft het bijvoorbeeld de zure smaak aan zure matjes en brengt het sommige chips op smaak. Ook cosmetica bevat soms appelzuur om de zuurtegraad te corrigeren.